Een heel tijdje had ik het gevoel dat ik alles al wel zo’n beetje gezegd en geschreven had over de rectus diastase. Maar toen viel mijn oog vorige week, bij het opruimen na een consult, op dit verdwaalde blaadje.
Met veel verbeelding zie je de spieren aan de voor- en zijkant van de buik met wat krabbels over druk en trek bij belasten. Een gedrocht van een anatomische tekening uiteraard weer… En met heel weinig verbeelding zag ik opeens wél een erg mooie tekening van een soort venijnig draakje. De plotse verschijning daarvan en gedachte aan het consult daarvoor van ruim 60 minuten ‘mythbusting’ (met alle plezier overigens!) waarin ie was ontstaan, deden me beseffen dat het misschien toch wel weer eens de moeite waard was om een blogje te laten over de corebusiness. En dan even niet over de grote, vuistdiepe diastases, die fysiek en cosmetisch echt draken van dingen kunnen zijn. Daar schrik ik niet meer van. En daar kunnen we ook altijd een goed plan op maken samen. Al dan niet met hulp van de collega’s van de plastische chirurgie of wie er dan nog maar meer zinvol is in jouw team. Nee, ik moet even mijn hart luchten over de meer bescheiden veranderingen aan de moederbuik, waarbij ik steeds vaker schrik van hoe een draconische gedachtes daarbij gegroeid kunnen zijn. En dat is zeker geen verwijt, maar ik vind het gewoon zo rot voor ‘mijn meiden’ als hun probleem niet alleen ‘Dit is gewoon écht niet mijn buik’ is. Maar ook: ‘En ik durf ook eigenlijk niks meer te doen, omdat ik bang ben dat ik het alleen maar erger maak’. Het is fijn en terecht dat er inmiddels geen tekort aan aandacht meer is voor diastase. Maar de schaduwzijde daarvan is wel een beetje dat buurvrouwen, verre nichten, Dr. Google en vele anderen je nu wel van héél erg veel informatie kunnen voorzien. En dat is zonde, want algemene info en adviezen zijn het toch meestal nét niet. Bij dit niet, maar eigenlijk bij geen enkele klacht niet. Het wordt net even te simplistisch. Net even te zwart-wit. En net even te somber, te beangstigend en aan de té veilige kant ook. Geen rechte buikspieren. Niet recht overeind komen. Niet planken. Niet rennen. Niet voorover hangen. Niet tillen. Ik snap het wel, maar je zou er inderdaad bang van worden. En dan voel je ook nog ‘dat gat’ natuurlijk. En je verloskundige voelt misschien bij de nacontrole dat ‘het nog open is’. En bij je vriendin was het ‘na 3 weken alweer dicht’… Gemeen ding dan, zo’n diastase. Maar in real life ligt allemaal zoveel gecompliceerder. En zoveel mooier! Dus stop met Googelen, sprookjes lezen, koffiepraat en navelstaren en kom alsjeblieft een keertje langs, zodat we samen kunnen kijken.* Niet omdat ik geen werk heb (ga ook gerust naar een collega), maar dan wéét je gewoon zelf hoe het zit bij jou en kun je jezelf helpen. Je zult het zien op de echo: alles zit er nog op en aan. En bijna nooit is er iets "nog open" of "een gat". En iets wat niet open is, hoeft dus ook niet dicht! Als dat durft te laten landen, dan kun je gericht aan de slag. En dan krijgen we samen je draak zeker weten klein. Want nog ff voor de zekerheid: iedereen (m/v) heeft een diastase hè?! En niet eens alleen mensen. Maar ook je cavia. De kat van de buren. En zeehondjes. Ik noem maar een dwarsstraat. Diastase an sich is geen ziekte. Diastase komt van het Oudgriekse woord voor ‘scheiding’: diastasis (διάστασις). Alles wat rechte buikspieren heeft, heeft een (rectus) diastase, een scheiding. Een afstandje tussen verschillende onderdelen van de spier, dat er gewoon hoort te zitten. En hoe breed dat afstandje is, is helemaal niet zo spannend. Dat varieert ook gewoon heel erg tussen mensen. We weten zelfs niet eens wat ‘normale’ of ‘gemiddelde’ breedtes zijn bij moeders. Dat is nooit goed onderzocht. En dat is aan de ene kant gek, want er zijn echt 300 miljoen andere dingen onderzocht die ik echt 300 miljoen keer minder interessant vind :) Maar aan de andere kant dus ook weer niet zó belangrijk, want het gaat natuurlijk eigenlijk alleen maar om JOU. EN het gaat om stevigheid. Dat is één van de weinige dingen, die we dan weer wél zeker weten uit onderzoek over dit onderwerp inmiddels. Taaiheid en een gezonde spanning, dat is belangrijk. Want ja, uiteraard is het allemaal slapper geworden in je buik gedurende je zwangerschap. Alles heeft hartstikke mooi en dapper meegegeven met de groei van je kleintje(s). En daarna moet je buikwand -álles, niet alleen je middellijntje- dus weer sterk en compact worden, om weer goed krachten te kunnen verwerken en om weer lekker tegendruk te kunnen geven aan je buikinhoud. En waar wórdt ie dan stevig van...? Nou, dat moeten we dus eventjes precies bekijken bij je, maar in elk geval niet door er een gemeen en afschrikwekkend iets van te maken. Gewoon normaal (durven) bewegen/ leven is van belang. Tijd geven ook, weten we. Het stokoude cliché ‘Negen maanden op, negen maanden af’ klinkt altijd wel lekker. Maar in elk geval qua buik is ‘Negen maanden op, twee jaar af’ eigenlijk veel beter. En ook hard trainen -met individuele accenten op aan- én ontspannen- gaat je helpen. Op een slimme manier loaden die handel! Want weefsel past zich aan, aan wat je vraagt. Doe je niks, gebeurt er niks. Vraag je actie, dan krijg je actie. Zo mooi en fair is het lijf. Snappen wat er is en wat je doet dus. En niet te bang zijn. Zoek plezier in het proces van het temmen van jouw bloedeigen draakje. Geef ‘m niet teveel negatieve aandacht en veel positieve. Durf van ‘m te gaan houden. Want hoe je er ook verder mee aan de bak wilt, van lieve draakjes heb je sowieso al een stuk minder last! * Geldt trouwens ook al tijdens de zwangerschap. Ook dan worden al veel te veel standaard adviezen gegeven en kansen gemist. Neem het heft in eigen hand en begin vroeg met trainen/ advies vragen bij een goed opgeleide professional. Dat gaat je echt helpen!
Comments